Geveltuinen

Toe aan een beetje meer groen in de straat? Maak een geveltuin! In veel gevallen, mag je wat van de stoep afsnoepen om je straat te vergroenen.

In een groenere buurt is het beter wonen voor mensen en dieren. Bovendien draagt een groenere buurt bij aan een fijner klimaat in hete zomers en minder kans op wateroverlast bij hevige buien. Reden genoeg dus om aan de slag te gaan. 

Waarom een geveltuin?

Een geveltuin - een smalle strook met planten langs de gevel van je woning of gebouw - doet wonderen voor de uitstraling van de straat. Maar er zijn meer voordelen: groen houdt je huis koeler in de zomer en door minder tegels, kan er meer regenwater rechtstreeks de grond in zakken. Daarmee draag je bij aan minder wateroverlast. Met meer groen wordt jouw straat bovendien een stuk aantrekkelijker voor vlinders, bijen, vogels en andere dieren.

Hoe leg je een geveltuin aan?

Een geveltuin aanleggen? In 6 stappen is het gepiept:

  1. Meten 
    • Kijk of de stoep breed genoeg is (minimaal 1.80m breed, dat zijn 6 stoeptegels van 30X30) zodat je geveltuin straks niet in de weg ligt voor bijvoorbeeld rolstoelen of kinderwagens
    • Je geveltuin mag maximaal 45 centimeter diep zijn vanaf de gevel.
  2. Meedoen
    • Vraag of er buren zijn die mee willen doen. Want wat is er mooier – en gezelliger - dan een geveltuintje? Juist; een straat vol groen!
  3. Tegels wippen
    • Haal de rand tegels weg langs de gevel. 
    • Zet de tegels rechtop langs de rand als afscheiding. Zo zakken de andere stoeptegels niet weg.
    • Leg je je tuin aan tussen 21 maart en 31 oktober? Vergeet dan niet jetegels aan te melden op nk-tegelwippen.nl
  4. Van zand naar grond
    • Graaf het zand dat onder de tegels zat weg tot ongeveer 30 cm diep (dat is 1 stoeptegel). Dit om te voorkomen dat je kabels en leidingen beschadigt.
    • Denk eraan om de ventilatieroosters open te houden.
    • Vul de vrijgekomen ruimte met tuinaarde.
  5. Planten kiezen
    • Kies geschikte planten voor de geveltuin. Controleer het label van de plant om te zien of deze geschikt is voor een zonnige plek of schaduw.
    • Selecteer planten die niet te groot worden en geef de voorkeur aan vaste planten boven eenjarigen, omdat ze elk jaar opnieuw opkomen.
  6. Goede zorgen
    • Zet planten in de aarde.
    • Geef de planten vooral in het begin veel (regen)water zodat ze goed aan kunnen slaan.
Wat zijn de spelregels?

Voor de aanleg van een geveltuin is geen toestemming van de gemeente nodig. Wel zijn er enkele spelregels:

  1. Afmetingen
    • Controleer of er voldoende ruimte beschikbaar is. Iedereen moet de stoep goed kunnen gebruiken. Zorg dat er in ieder geval 1,80 meter stoep overblijft.
    • Verwijder maximaal anderhalve stoeptegel vanaf de gevel. Minder tegels is toegestaan, maar meer niet.
  2. Afbakening
    • Zet de tegels rechtop in de grond om een randje te maken. Gebruik eventueel de halve tegels om gaten op te vullen.
    • Je mag geen hekje rondom de geveltuin maken.
  3. Bewaren
    • Bewaar overgebleven tegels. Mocht je (of toekomstige bewoners) in de toekomst toch geen geveltuin willen, dan kan de tuin zo weer eenvoudig dichtgestraat worden. 
  4. Werk in de straat
    • De grond onder je geveltuin blijft van de gemeente.
    • Als de gemeente of een van de nutsbedrijven aan het werk moeten in je straat, dan kan het zijn dat de geveltuin even weg moet omdat die anders beschadigd raakt.
    • Meestal krijg je een brief voordat grote werkzaamheden in je straat beginnen. Je kunt dan op tijd je planten uitgraven en als het werk klaar is weer terug planten.
    • Heb je de planten niet op tijd uitgegraven en verplaatst, dan mogen de nutsbedrijven de planten weghalen. 
  5. Beplanting binnen de perken
    • Gebruik geen stekelige planten waar voetgangers last van kunnen hebben en zorg dat planten niet over de stoep gaan hangen
    • Plant geen bomen of grote planten met uitgebreide wortels kunnen de tegels omhoog drukken en problemen veroorzaken met kabels en leidingen onder de stoep.
    • Zorg ervoor dat de straatnaambordjes goed zichtbaar blijven. Dat draagt bij aan de veiligheid en herkenbaarheid van de straat.
    • Het onderhoud van de geveltuin is je eigen verantwoordelijkheid. Worden de planten en struiken te groot? Snoei ze dan bij. Geen tijd of zin meer in een tegeltuin? Herstel dan de stoep weer.
  6. Uitzonderingen
    • Je mag alleen een geveltuintje aanleggen bij gewone stoeptegels. Niet bij speciale sierbestratingen.
    • Woon je in een monumentaal pand? Dan gelden andere voorwaarden. Hier mag de beplanting van de geveltuin maximaal 60 cm hoog zijn. Check dus altijd eerst of je pand een monumentaal pand is.
    • Ga je verhuizen? Regel dan dat de nieuwe bewoner voor de geveltuin gaat zorgen. Gebeurt dit niet verwijder dan de geveltuin en leg de tegels terug.
Help!-tips

Op zoek naar hulp bij het aanleggen van een geveltuin? We hebben de volgende tips voor je:

  • Bel aan bij de buren. Dat zou zomaar gezellig kunnen worden!
  • Mail Team Klavertje Vier voor tips of inspiratie: teamklavertjevier@gmail.com.
Kies-de-juiste-planten-tips

Ben je toe aan het beplanten van je geveltuin? Een paar tips om rekening mee te houden bij het uitzoeken van planten: 

  • Kies voor vaste planten. Daar heb je jaren plezier van. Sommige planten zijn ook in de winter groen, anderen zijn in de winter kaal of trekken zich zelfs terug in de grond, maar een volgend voorjaar komen ze je gewoon weer begroeten!
  • Wissel hoge en lage planten af en denk ook aan klimplanten.
  • Ligt je gevel op het zuiden? Planten als lavendel, salvia, tijm of stokroos houden van warmte. Ook een klimroos doet het goed in het zonnetje. Heb je een gevel op het noorden? Kies dan voor schaduwplanten zoals vrouwenmantel, herfstanemoon of munt. Clematis en vuurdoorn zijn klimplanten die schaduw fijn vinden.
  • Als het kan kies dan zoveel mogelijk voor biologische bloemen, planten en kruiden. Dit is belangrijk voor bijen en vlinders. Het mooiste is als de planten hier al van nature voorkomen (inheems). Kijk voor inspiratie op de bijlage op deze pagina.

10x Inheemse Gevelplanten

Vergroot de afbeelding door erop te klikken.

Vertroeteltips

Is je geveltuin klaar? Dan mag je hem gaan vertroetelen! Enkele tips:

  • Geef je geveltuin, zeker in het begin, regelmatig water. Regenwater komt niet gemakkelijk zo vlak tegen de gevel.
  • Zet een regenton neer of laat je regenpijp afwateren op je geveltuin. Regenwater vinden je plantjes het allerlekkerst!
  • Op hete zonnige dagen is de vroege ochtend of de late avond het meest geschikt om water te geven.
  • Snoei overhangende takken af om hinder tegen te gaan. 
  • Verwijder dode bloemen voor een langere bloei.
  • Geen zin om onkruid te wieden? Leg een mulchlaag aan (een laag versnipperd tuinafval zoals bijvoorbeeld blad of snoeiafval of een laag stro of houtsnippers). De mulch ontneemt onkruid de ruimte en zorgt er bovendien voor dat de grond niet snel uitdroogt. Ook is het een mooie voedselbron voor je planten.
  • Maak klimplanten regelmatig vast aan een klimhulp.
  • Oudere planten kunnen af en toe wat bemesting gebruiken.
  • Laat in de herfst dode bladeren en takken in de geveltuin liggen. Nuttige insecten, zoals lieveheersbeestjes die bladluizen bestrijden, overwinteren vaak in dode plantendelen en het blad beschermt je planten ook nog eens tegen kou en zorgt voor extra voedsel voor je groeiers. Zorg er wel voor dat de stoep zoveel mogelijk bladvrij blijft.
  • Wacht zeker tot eind maart, begin april voordat je de geveltuin weer in orde maakt voor de lente en de zomer.
  • Hebben de buren ook een geveltuin? Spreek eens samen af om de geveltuin te doen. Dat is nog gezellig ook!